VPKB en haar financiën

Op 26 februari publiceerde Le Soir een artikel getiteld “Het Brussels Gewest zet kerken op dieet”. De Brusselse regering is in feite een procedure gestart om de wet op de financiering van religies te wijzigen die door de openbare autoriteiten op haar grondgebied worden erkend.

 

Momenteel zijn het de gemeenten die het tekort aan religieuze instellingen financieren voor de katholieke, protestantse, anglicaanse en Israëlische religies. Het project bepaalt dat deze kosten in de toekomst door het gewest worden gedragen, tot 30% (40% in het geval van een combinatie van vestigingen).

 

Meer in het algemeen denkt de VPKB na over haar financiën. Het onderwerp zal met name op de agenda staan ​​van de volgende Synodalevergadering, op 16 mei 2020.

 

Het lijkt daarom aangewezen om u de hoofdlijnen van het huidige financiële managementbeleid (VPKB) te (her) communiceren. U hebt het waarschijnlijk al gelezen, omdat het een document is dat is gepubliceerd in de vorm van een folder in 2018 en getiteld “offervaardigheidfolder 08_08_2018NLdef“.

Op de vormingssite vindt u nog materiaal om hiermee aan de slag te gaan.

Hier leveren we de tekst en afbeeldingen van de brochure.

 

VPKB en haar financiën

 

Mijn gemeenschap maakt deel uit van de Verenigde Protestantse Kerk in België.

Als lid weet ik dat zij erkend is door de burgerlijke overheid in België. Dit betekent onder meer dat:

  • mijn gemeenschap deel uitmaakt een van de erkende erediensten in België;
  • de Belgische Staat de wedde en het pensioen van mijn predikant verzekert;
  • de burgerlijke gemeente het jaarlijkse tekort van mijn gemeenschap ten laste neemt (vaak gedeeltelijk).

De VPKB is via de Administratieve Raad van de Protestants-Evangelische Eredienst (ARPEE), gesprekspartner met de Minister van Justitie en is belast om samen met de andere erkende erediensten haar belangen te verdedigen.

We leven in een tijd waar overheidsfinanciën vaak te lijden hebben onder besparingsmaatregelen. De kerken ontsnappen niet aan deze maatregelen.
Lid zijn van de VPKB brengt ook engagementen met zich mee, onder andere financiële.
Waarom?

Omdat zelfs al hebben we het geluk dat we niet in de wedden van onze predikanten moeten voorzien, de werkingskosten van mijn gemeenschap niet door de burgerlijke overheid worden gedragen. Onder andere:

– de werkingskosten voor de predikant (verplaatsing, telefoon, computer, anciënniteitstoeslag, enzovoort met grote verschillen, de woononkosten).

– de kosten voor het onderhoud van de gebouwen die we betrekken.

 

Lid zijn van de VPKB betekent daarenboven, dat ik deel uitmaak van een groter geheel, van een protestants-christelijke familie die wil getuigen en haar geloof in Jezus Christus in België wil beleven.
En er is die beruchte bijdrage aan de centrale kas!

 

Wat voor nut heeft die? Aan de ene kant geeft deze de middelen aan de centrale administratie van onze Kerk om te functioneren, aan de andere kant laat het de Verenigde Protestantse Kerk in België toe aan solidariteit, ondersteuning en vorming te doen.

Om deze taken te kunnen uitvoeren, kunnen we enkel op de bijdragen van onze gemeenten rekenen. De VPKB ontvangt hiervoor geen enkele subsidie.

 

Voor deze taken hebben we samen gekozen (synodale beslissingen). Het is ook een keuze voor solidariteit voor allen en voor onszelf.

 

In vergelijking met de ontvangen gelden (giften, collectes, normale tegemoet-komingen van de burgerlijke overheid), bedraagt de bijdrage van een VPKB-gemeente aan de centrale kas minder dan 20%.

 

Mijn gemeenschap kan niet op zichzelf leven. Zij maakt deel uit van een geheel dat minimale financiële middelen nodig heeft om te bestaan en om erkend te worden.
Enkele cijfers

 

  • Jaarlijkse schatting van collectes, giften en normale tegemoetkomingen van de burgerlijke gemeenten: 2.350.000€
  • Jaarlijkse begroting van de VPKB ten laste van de districten: 442.000€
  • Gemiddelde gift per zondag per gelovige: 8,00€

 

Lid zijn van de Verenigde Protestantse Kerk in België betekent dat ik het belangrijk vind om mijn christelijke getuigenis in de maatschappij te beleven.

 

Aan deze keuze hangt een “prijskaartje”: mijn engagement binnen mijn gemeente, binnen het district of op nationaal niveau. Dit engagement vraagt ook een minimale financiële inspanning, opdat mijn Kerk zou kunnen functioneren. Het is een engagement als burger (ik kan niet alles van de burgerlijke overheden verwachten) en uit solidariteit (tussen VPKB-leden, maar ook door steun aan de zwaksten.

 

Als u bereid bent mee te doen, wordt niet verwacht dat u geeft van wat u niet heeft, maar van wat u heeft. (2 Korintiërs 8:12)

 

Elke euro die U geeft :

 

arrow